INBESLAGNAME van Palestijns grondgebied
Uitbreiding van NEDERZETTINGEN
ONEVENREDIGE BELASTINGHEFFING
BEPERKINGEN op landbouwontwikkeling, import en export
BEPERKINGEN VAN DE BEWEGINGSVRIJHEID door het vergunningensysteem, wegafsluitingen en de bouw
van de afscheidingsmuur
Aanleg van infrastructuur voor EXCLUSIEF ISRAËLISCH GEBRUIK
BEPERKTE TOEGANG TOT WATERBRONNEN en vruchtbare landbouwgrond
02
I sraël
Bezette Palestijnse gebieden en Israël na 1967
22% bezette Palestijnse gebieden 78% Israël
10 KM
WestelijkeJordaanoever
Gazastrook
INTRODUCTIE BEZETTING:
BELEGERING, OCCUPATIE, INNEMING
De Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, en de Gazastrook staan sinds 1967 onder de militaire bezetting van Israël. Deze bezetting drukt een zware stempel op het leven van de Palestijnse bevolking.
In juni 2007 duurde de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden al 40 jaar. In deze brochure zullen de belangrijkste elementen van de bezetting in kaart worden gebracht. Met behulp van kaart- en fotomate-riaal wordt een beeld geschetst van de huidige situatie. Wat betekent de bezetting nu eigenlijk voor de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever?
Oost-Jeruzalem, de Dode Zee en de gebieden die Israël aanmerkt als ‘no-man’s land’, erkent Israël niet als Palestijns gebied.
03
1947 Het Britse mandaatgebied
‘Palestina’ wordt overgedragen aan de
Verenigde Naties. De VN spreken zich
uit voor verdeling van dit gebied in twee
staten: een Joodse op 55% van het gebied
en een Palestijns-Arabische staat op
40%. Vanwege de ongelijke verdeling van
het land wijzen de Palestijnen dit plan af.
De Palestijnen vormen op dat moment een
meerderheid van 70% en bezitten bijna
al het land.
BEZETTING:
BELEGERING, OCCUPATIE, INNEMING
ACHTERGROND1948 De joodse staat wordt eenzijdig uit-
geroepen. Er breekt oorlog uit tussen de nieuwe staat Israël en de omringende Arabische landen. Israël wint die oorlog en verovert grote stukken land bovenop het gebied dat het VN verdelings-plan aan Israël toekende. Israël wordt op 78% van het voormalige Britse mandaatgebied Palestina gevestigd. De grenzen die hierdoor ontstaan worden na de wapenstilstand in 1949 door de internationale gemeenschap beschouwd als de nieuwe grenzen van Israël. De gebieden die Israël in 1948 niet verovert, komen onder Egyptisch en Jordaans bestuur (respectievelijk de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever). Israël zelf legt haar grenzen niet vast.
1967 Zesdaagse oorlog / Juni oorlog. Israël valt Egypte, Jordanië en Syrië aan. In sneltempo verovert Israël de Gazastrook en het Sinaï schiereiland (van Egypte), Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever (van Jordanië) en de Golan Hoogvlakte (van Syrië). Oost-Jeruzalem wordt een paar dagen na de oorlog ingelijfd bij Israël. De Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook worden door Israël onder militair bestuur geplaatst.
04
22% BEZETTE PALESTIJNSE GEBIEDEN
78% ISRAËL
De oorlog in 1948 leidt tot circa 750.000 Palestijnse vluchtelingen uit meer dan 400 dorpen. Slechts 160.000 vluchtelingen blijven binnen de grenzen van Israël wonen. De gevluchte Palestijnen worden opgevangen in de omringende landen: Jordanië, Syrië en Libanon, maar de meeste vluchtelingen van 1948 komen terecht in vluchtelingen-kampen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Een aparte organisatie, de UNRWA (United Nations Relief and Work Agency), wordt door de VN opgezet om hulp te bieden aan deze vluchtelingen.
Tijdens de juni oorlog in 1967 slaan opnieuw Palestijnen op de vlucht. In VN resolutie 237 wordt Israël opgeroepen deze vluchtelingen terug te laten keren. Terugkeer wordt tot op heden geweigerd door Israël. Het aantal geregistreerde vluchtelingen bij de UNRWA staat in 2007 op 4,3 miljoen.
Palestijnse vluchtelingen kunnen in drie groepen worden verdeeld: • Palestijnen die in 1948 verdreven of gevlucht zijn uit het gebied waarin de staat Israël werd uitgeroepen;• Palestijnen die in 1948 verdreven of gevlucht zijn, maar die in het gebied zijn gebleven waarin Israël werd gevestigd (‘binnenlandse ontheemden’);• Palestijnen die in 1967 zijn gevlucht.
Arabische Staat
JoodseStaat
VN verdelingsplan1947
In 1947 aanbevolenArabische StaatIn 1947 aanbevolenJoodse StaatInternationalezone
10 KM
Jeruzalem
Tel Aviv
P a l e s t i n a
HistorischPalestina
Palestijnsbevolkingsgebied
Bevolkingsgebiedvan joodseimmigranten
Grotendeels onbewoond gebied
10 KM
Jeruzalem
Bezette Palestijnsegebieden en Israël na 1967
Israël
Groene Lijn 1949
Bezette Palestijnsegebieden
10 KM
I sraël
WestelijkeJordaanoever
Gazastrook
Jeruzalem
Tel Aviv Tel Aviv
05
I sraël
WestelijkeJordaanoever
Gazastrook
Bezette Palestijnsegebieden en Israël tussen 1967-200710 KM
Israël
Groene Lijn 1949
Illegale Israëlischenederzettingen
NEDERZETTINGENIsraël is na 1967 begonnen met de aanleg
van nederzettingen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. De bouw en uitbreiding
van nederzettingen in bezet gebied is in strijd met het internationaal humanitair recht. Ook het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft de bouw van nederzettingen, net als de bouw van de
muur, in 2004 veroordeeld als illegaal.
80% VAN DE WATERBRONNEN OP DE WESTELIJKE JORDAANOEVER STAAT ONDER CONTROLE VAN ISRAËL
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
400.000
450.000
500.000
Totaal aantal kolonisten, bron: FMEP, B’Tselem, UNBevolkingsgroei, bron: FMEP
Groeipercentagebevolking in Israël
2000 2002 2004 2006
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%Groeipercentage
kolonisten in bezetPalestijns gebied
06
NEDERZETTINGEN
Nederzettingen worden met elkaar verbonden door zogeheten ‘bypass’ wegen, die alleen door kolonisten en
het Israëlische leger gebruikt mogen worden. Door deze wegen en de vele afsluitingen van bepaalde stukken land wordt de Westelijke Jordaanoever in afzonderlijke brokstukken verdeeld. De omwegen die de Palestijnen hierdoor moeten maken zorgen voor veel vertraging en jagen de vervoers- en trans-actiekosten van de Palestijnse bevolking zodanig op dat landbouwbedrijven, kleine ondernemingen en dienstverlenende instel-lingen het niet langer kunnen bolwerken.
Daarnaast kunnen de Palestijnen zich niet eenvoudig verplaatsen van de ene naar de andere plek op de Westelijke Jordaanoever, bijvoorbeeld om naar werk, school, landbouw-grond of ziekenhuis te kunnen of om vrienden en familie te bezoeken (lees ook ‘Vrijheid van beweging’).
De sociale gevolgen van de inbeslagname van Palestijns land en de vele beperkingen op de bewegingsvrijheid zijn funest voor de Palestijnen. Hun recht op gelijke behandeling en zelfbeschikking wordt ernstig geschonden.
De nederzettingen en het land dat door Israël in beslag wordt genomen als reserve voor de toekomstige uitbrei-ding van nederzettingen of als natuur- en militair oefengebied, beslaan meer dan 50% van de oppervlakte van de Westelijke Jordaanoever. Hierdoor wordt het de Palestijnen onmogelijk gemaakt hun eigen land te ontwikkelen.
Hoewel in augustus 2005 de nederzet-tingen in de Gazastrook en een viertal kleine nederzettingen in het noorden van de Westelijke Jordaanoever zijn ontruimd, worden de nederzettingen in grote delen van de Westelijke Jordaanoever, vooral in en rondom Oost-Jeruzalem, verder uitgebreid. Sinds de Oslo Akkoorden in 1993 is de uitbreiding van de nederzet-tingen continu doorgegaan en is het aantal kolonisten zelfs bijna verdubbeld. Het aantal kolonisten is tussen 2001 en 2005 met gemiddeld 5,5% per jaar gegroeid. In een rapport van de VN mensenrech-tenrapporteur (januari 2007) over de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden wordt gesproken over circa 460.000 kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.
HET AANTAL KOLONISTEN OP DE WESTELIJKE JORDAANOEVER IS TUSSEN 2001 EN 2005 MET ONGEVEER 5,5% PER JAAR
GEGROEID. DE NATUURLIJKE BEVOLKINGS-GROEI IN ISRAEL IS SLECHTS 1,7%
De Vierde Geneefse Conventie bepaalt dat de bezettende macht geen burgers mag overbrengen naar bezet gebied (artikel 49, paragraaf 6).
De Haagse Conventies bepalen dat de bezettende macht geen permanente veranderingen in het bezette gebied mag aanbrengen, tenzij deze vanuit militair perspectief strikt noodzakelijk zijn of tenzij deze zijn uitgevoerd in het voordeel van de lokale bevolking.
Volgens het internationale recht zijn alle nederzettingen illegaal. Het Israëlische Ministerie van Binnenlandse Zaken maakt echter onderscheid tussen officiële en illegale nederzettingen, oftewel ‘outposts’. Dit zijn kleine nederzet-tingen die tussen de permanente nederzettingen worden gebouwd en meer Palestijns land in beslag nemen. Volgens de Israëlische vredesorganisatie Peace Now waren er in maart 2008 106 van deze ‘outposts’.
07
Israël heeft sinds 1967 de volledige
militaire controle over alle grenzen van
de Palestijnse gebieden. Verplaatsing
van personen en goederen door deze
grenzen is onderworpen aan een rigide
systeem van Israëlische goedkeuring.
VRIJHEID VAN BEWEGING 01 FYSIEKE OBSTAKELS 02 DE MUUR 03 CASUS JERUZALEM
08
D it geldt zowel in de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever. Wat bovendien een extra probleem vormt, is het grote
aantal belemmeringen binnen de Westelijke Jordaanoever. Hier zijn honderden wegver-sperringen geïnstalleerd, deels permanent, deels mobiel. Dit systeem van afsluitingen heeft verstrekkende sociale en economische gevolgen. Lange omwegen en beperkte toe-
gang tot school, werk, ziekenhuis, landbouw-grond en vrienden ontwrichten dag in dag uit het leven van honderdduizenden Palestijnen. De vrijheid van beweging wordt afhankelijk gemaakt van een vergunningenprocedure én een complex systeem van controleposten en andere fysieke obstakels.
VRIJHEID VAN BEWEGING
De Palestijnse gebieden werden met de Oslo Akkoorden in 1993 opgedeeld in: Zone A: De Palestijnse Autoriteit (PA) is verantwoordelijk voor de openbare orde en voor civiele zaken. Dit gebied omvat 18% van het totale ge-bied van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Zone B: De PA is verantwoordelijk voor civiele zaken, maar het gebied staat onder Israëlisch militair bewind (verantwoordelijkheid over veiligheidskwes-ties). Dit gebied bestrijkt 24% van het totale gebied van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.Zone C: Onder volledige controle van Israël. Dit gebied beslaat 59% van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.De Oude Stad van Hebron (Westelijke Jordaanoever) heeft in een latere overeenkomst een aparte status gekregen: special case H2. 20% van Hebron staat onder totale controle van Israël.
01 FYSIEKE OBSTAKELS 02 DE MUUR 03 CASUS JERUZALEM
09
Grenspost Rafah
Grenspost Karni
Grenspost Erez
Checkpoint Huwara
Checkpoint Qalandia
Checkpoint Bethlehem
Enkele belangrijke
grensposten en checkpoints
10
FYSIEKE OBSTAKELSPalestijnen kunnen niet zomaar alle wegen op de Westelijke Jordaanoever gebruiken. Veel van de goed onderhouden hoofdwegen zijn exclusief gereserveerd voor de kolonisten en het Israëlische leger en zijn niet toegankelijk voor Palestijnen. Voor veel andere wegen moet een Palestijn eerst een vergunning aanvragen om van A naar B te kunnen reizen. De aanvraagprocedure is ingewikkeld en lang. Vaak wordt een vergunning niet afgegeven op grond van ongespecificeerde veilig-heidsredenen, waartegen geen bezwaar kan worden gemaakt. Het krijgen van een vergunning is overigens geen vrijbrief om te kunnen reizen. Deze kan namelijk alleen voor een bepaalde periode worden afgegeven: bijvoorbeeld 1 dag of meerdere maanden of slechts voor een bepaalde dag en/of tijdstip. Bovendien kan een toegewezen vergunning ongeldig worden door aanvullende beperkingen zoals leeftijd (meestal 15 – 32 jaar), geslacht (meestal man), plaats of nieuwe wegversperringen.
Naast de vergunningenprocedure die de Palestijnen
op eigen grondgebied moeten ondergaan, zijn er meer
dan 500 wegversperringen - bestaande uit betonnen
wegblokkades, hekken, greppels, kuilen en andere
fysieke obstakels - die de vrijheid van beweging
beperken. Bovendien worden er onaangekondigd
tijdelijke controleposten opgesteld op belangrijke
hoofdwegen en tijdens spitsuren. In oktober 2007 ging
het hierbij om gemiddeld 69 tijdelijke controleposten
per week. Dit leidt tot meer vertraging en onzekerheid
over de reistijd.
In oktober 2007 telde de Westelijke Jordaanoever 561 permanente fysieke wegversperringen, inclusief meer dan 80 controleposten.
01Checkpoint Huwara
Checkpoint Bethlehem
11
Sinds 2002 bouwt Israël aan een afscheidingsmuur (hierna ‘muur’). Volgens Israël is die nodig om Palestijnse aanslagen te kunnen voorkomen. Opvallend is echter dat deze muur voor slechts 20% van de geplande route langs de zogeheten Groene Lijn (1949 bestandslijn, lengte: 315 km) loopt. Dat houdt dus in dat 80% van de muur in bezet Palestijns gebied wordt gebouwd. De muur zal na voltooiing 721 kilometer lang zijn.
DE MUUR02
Van de 51% muur (362 km) die in 2007 is gebouwd,
bestaat 42 kilometer uit beton en 320 kilometer
uit 50-meter brede stroken van hek, prikkeldraad,
patrouillewegen, greppels, zand en een elektronisch
observatiesysteem. 13% (88 km) is onder constructie
en 36% (253 km) staat gemarkeerd als gepland.
Om plaats te maken voor de bouw van de muur heeft vernietiging van huizen, land, bomen en andere eigendommen plaatsgevonden. Land wordt door Israël vaak als een ‘tijdelijke maatregel’ in beslag genomen, wat in de praktijk voor onbepaalde tijd wordt verlengd. Het herstel van de schade als gevolg van de vernietiging zou jaren in beslag nemen.
De UN OCHA (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) telt ongeveer 71 doorgangen (toegangspoorten) in het deel van de muur dat al gebouwd is, waarvan slechts de helft toegankelijk is voor Palestijnen met de juiste vergun-ning en papieren die aantonen dat zij de eigenaar zijn van hun landbouwgrond. Gezinsleden die mee moeten helpen op het land worden vaak niet toegelaten, waar-door veel boeren hun bedrijf niet meer kunnen voeren.
De toegang tot klinieken en ziekenhuizen is door de bouw van de muur drastisch beperkt. Duizenden vrouwen hebben niet of niet op tijd medische faciliteiten voor pre- of postnatale zorg kun-nen bereiken. Zo komt het voor dat zwangere vrouwen gedwongen zijn om te bevallen bij controleposten aan de kant van de weg (55 bekende gevallen) en verscheidene vrouwen hun baby’s hebben verloren (20 getelde gevallen), omdat Israëlische militairen hen de doorgang ontzegden. Het merendeel van deze gevallen wordt overigens niet geregistreerd.
Door de route van de muur wordt ruim driekwart van het aantal kolo-nisten op de Westelijke Jordaanoever bij Israël ingelijfd.
12
13
14
Sinds 1967 eist Israël geheel Jeruzalem op als ‘eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël’. Voor de Palestijnen is Oost-Jeruzalem juist de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat. In VN resoluties 476 en 478 is bepaald dat de Israëlische wet waarin de status van Jeruzalem wordt gewijzigd, in strijd is met het internationale recht. Desondanks worden nederzettingen gebouwd in Oost-Jeruzalem en een muur die dwars door Palestijnse buurten loopt, waardoor Palestijnen van Palestijnen gescheiden worden. Het karakter van Oost-Jeruzalem is hierdoor enorm veranderd.
De muur snijdt in en rondom Jeruzalem het voor de Palestijnen meest vitale en produc-tieve grootstedelijke kerngebied af van de rest van de Westelijke Jordaanoever. Hoewel dit gebied niet meer dan 10% van de Westelijke Jordaanoever uitmaakt, is het een gebied dat voor meer dan 40% bijdraagt aan het Palestijnse Bruto Binnenlands Product. Met de aansluiting of afsluiting van dat kerngebied staat of valt de beoogde Palestijnse levensvatbare staat.
03CASUSJERUZALEM
VergelijkingDe Randstad maakt minder dan 10% van Nederland uit, maar neemt bijna de helft van de Nederlandse economie voor haar rekening.
Het economische kerngebied van de Westelijke Jordaanoever
wordt door de muur verbrokkeld en het grootstedelijke hart van
het gebied, Oost-Jeruzalem, wordt weggeknipt.
10 KM
Bezette Palestijnse gebieden en Israël 2007
Israël
Projectie van doorIsraël beoogdePalestijnse staat
Groene Lijn 1949
Route van de muur
Palestijnseconomischkerngebied
Geblokkeerdeverbindings-routes
Jeruzalem
WestelijkeJordaanoever
I sraël
Gazastrook
15
ECONOMISCHE GEVOLGEN D e beperkingen in bewegingsvrijheid
hebben geleid tot een verdere daling van de werkgelegenheid en het inkomens-
niveau op de Westelijke Jordaanoever. Bijna eenderde van de Palestijnse jongeren tussen 15-24 jaar en meer dan de helft van de jonge-ren tussen 25-29 jaar is werkloos of studeert niet vanwege de restricties. Het vrachtverkeer in de bezette Palestijnse gebieden en naar Israël wordt bemoeilijkt door de strenge beperkingen die zijn opgelegd. Voedselprijzen zijn gestegen en de aanvoer van medicijnen en
Casus Gazastrook Alle toegang tot de Gazastrook via
land, lucht en/of zee is in handen van Israël, ook na de ontruiming
van de nederzettingen en militaire installaties in augustus 2005.
De enige verbindingsmogelijkheid tussen de Gazastrook en de
buitenwereld loopt via drie bewaakte grensposten Rafah, Karni en
Erez of de drie kleinere grensposten Kerem Shalom, Sufa en Nahal
Oz. Het vervoer van personen of goederen via deze grensposten
wordt echter zeer beperkt toegestaan en is onderhevig aan strenge,
tijdrovende controles. Nadat Hamas in juni 2007 de controle
verwierf over de Gazastrook werden de grenzen van Gaza vrijwel
volledig gesloten door het Israëlische leger. Hierdoor ontstonden
grote problemen met de voorziening van voedsel, water, riolering
en medische zorg. Transportverbindingen (bus- of vrachtwagen-
konvooien) voor personen of goederen tussen de Gazastrook en de
Westelijke Jordaanoever zijn niet aanwezig. Vanwege de beperkte
toegang tot de kustwateren worden circa 35.000 personen die
afhankelijk zijn van visvangst in hun bestaan bedreigd. De Palestijnen mogen geen haven bouwen en de Israëlische marine
hindert Palestijnse vissersboten om meer dan 10 km de zee op te
varen. In de praktijk betekent dit dat de Gazastrook, met ongeveer
anderhalf miljoen Palestijnen, van de buitenwereld is afgesloten.
Het systeem van afsluitingen veroorzaakt veel menselijk leed, maar heeft ook verstrekkende gevolgen voor de Palestijnse economie.
andere humanitaire goederen wordt ernstig gehinderd. De afgelopen zes jaar is het gemiddelde inkomen van de Palestijnen met de helft gedaald. Het huidige armoedeniveau is door de Wereldbank vastgesteld op circa US $ 2,10 per dag. Volgens een rapport van de VN mensenrechtenrapporteur (januari 2007) leeft meer dan 80% van de Palestijnen in de Gazastrook en meer dan 50% van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever onder de armoedegrens. De VN en de Wereldbank beschouwen
het systeem van controleposten, wegversperringen en andere fysieke
obstakels als de voornaamste oorzaak
van de humanitaire crisis in de bezette
Palestijnse gebieden.
16
ECONOMISCHE GEVOLGEN Pas als eerst de Israëlische producten binnen een bepaalde economische sector op de internationale markt zijn verkocht, mogen Palestijnen hun producten exporteren naar de Israëlische markt. Producten die wel uitgevoerd mogen worden, lopen vaak vertragingen op bij de wegversperringen. Dit is funest voor bederfelijke producten, zoals groenten en fruit. De Palestijnse landbouw, vroeger de ruggengraat van de Palestijnse economie, draagt hierdoor nog maar voor tien procent bij aan de economie.
GrenspostKarni
GrenspostErez
Gazastad
GrenspostRafah
Gazastrook
Stedelijk gebied
Grenspost
Hoofdwegen
17
18
19
Ook al groeit de Palestijnse bevolking zorgwekkend snel, de Palestijnse gebieden hebben genoeg vitaliteit en economische potentie om niet
afhankelijk te hoeven zijn van buitenlandse nood- en ontwikkelingshulp. Een Palestijnse staat die zelfvoorzienend en onafhankelijk is, is echter alleen mogelijk als de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden wordt opgeheven. Zolang het econo-misch kerngebied van de Westelijke Jordaan-oever door de muur en de vele wegversper-ringen wordt verbrokkeld, zal een Palestijnse staat niet levensvatbaar zijn. Ongehinderde
en ononderbroken wegverbindingen tussen de Palestijnse regio’s onderling, tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, maar ook naar de Arabische buurlanden en via zee- en luchthavens naar de buitenwereld, zijn hierbij essentieel.
Het einde van de bezetting en het opheffen van het sociale en economische isolement waarin de Palestijnen verkeren, is noodzakelijk voor de groei en ontwikkeling van de Palestijnse gebieden, maar ook voor stabiliteit, vrede en veiligheid in het gehele Midden-Oosten.
TOEKOMST PERSPECTIEF
Een zelfvoorzienende en onafhankelijke Palestijnse staat
wordt pas mogelijk als de bezetting wordt opgeheven.
20
21
Resolutie 194 (11 december 1948).
De term vluchtelingen omvat ‘alle vluchtelingen,
ongeacht hun ras of nationaliteit, mits zij ontheemd
waren uit hun huizen in Palestina’. Deze resolutie
(a) bevestigt drie afzonderlijke rechten:
1. recht op terugkeer, 2. recht op teruggave van
onroerend goed en 3. recht op schadevergoeding en
(b) stelt twee verschillende oplossingen voor:
1. terugkeer plus teruggave en schadevergoeding
of 2. hervestiging plus teruggave en schadever-
goeding op basis van het beginsel van keuze door
de individuele vluchteling.
RELEVANTE VN RESOLUTIES
Resolutie 237 (14 juni 1967) roept Israël op zorg te dragen voor de burgerbevolking waar militaire operaties hebben plaatsgevonden. Ook moet de terugkeer van vluchtelingen gefaciliteerd worden en moet het oorlogsrecht, zoals vervat in de Geneefse Conventies, worden gerespecteerd.
Resolutie 242 (22 november 1967) roept Israël op zich terug te trekken uit de bezette gebieden en alle be-trokken partijen de territoriale integriteit, politieke onafhan-kelijkheid en de soevereiniteit van elke staat in de regio te respecteren. Vrijheid van scheepvaart in de internationale wateren moet gegarandeerd blijven en een rechtvaardige regeling moet getroffen worden voor het vluchtelingenprobleem.
22
Resolutie 252 (1968) verklaart handelingen van Israël om Jeruzalem te unificeren als Joodse hoofdstad ongeldig.
Resolutie 267 (1969) keurt administratieve handelingen van Israël af die de status van Jeruzalem veranderen.
Resolutie 271
(1969) veroordeelt het
falen van Israël om de VN
resoluties ten aanzien van
Jeruzalem na te leven.
Resolutie 452 (1979) roept Israël op om de bouw van nederzettin-gen op Palestijns gebied te staken.
Resolutie 465 (1980) veroordeelt de nederzettingen op Palestijns gebied en vraagt de lidstaten van de VN om Israël niet te assisteren bij het bouwen van nederzettingen.
Resoluties 476 en 478 (1980) stellen vast dat het toe-eigenen van grondgebied door geweld niet toe-laatbaar is en roepen landen op om hun diplomatieke missies uit Jeruzalem weg te halen; verklaren verder dat Israël de ‘basiswet’ (waarin de status van Jeruzalem wordt gewijzigd) niet mag toepassen in de sinds 1967 bezette gebieden, omdat deze in strijd is met internationaal recht. De Vierde Geneefse Conventie blijft van toepassing op de bezette gebieden.
23
TEKST: UCP FOTOGRAFIE: UCP, Defence for Children Palestine Section, 12 Provinciën, Maaike Hoffer, Martin Siepermann CONCEPT, VORMGEVING EN OPMAAK: 071 Visuele Communicatie CARTOGRAFIE: Jan de Jong DRUKWERK: Drukkerij Goud DEZE BROCHURE is een uitgave van United Civilians for Peace (UCP) en is gebaseerd op informatie van diverse internationale instanties en mensenrechtenorganisaties. UCP zet zich in voor een rechtvaardige oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict conform het internationale recht. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder schriftelijke toestemming van UCP, © UCP (2008, herziene versie). POSTADRES: United Civilians for Peace, Postbus: 8190, 3503 RD Utrecht, T: 030-8801534, F: 030-6925614, E: [emailprotected] BEZOEKADRES: Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht WIL JE MEER WETEN? Bezoek onze website: www.unitedcivilians.nl
COLOFON